Surah الأَحۡزَابِ (Al-Faatiha) - Ayah 26

Periode: Medinees

33:26

وَأَنزَلَ الَّذِينَ ظَاهَرُوهُم مِّنْ أَهْلِ الْكِتَابِ مِن صَيَاصِيهِمْ وَقَذَفَ فِي قُلُوبِهِمُ الرُّعْبَ فَرِيقًا تَقْتُلُونَ وَتَأْسِرُونَ فَرِيقًا

En onder de mensen van het Boek (nl. Banoe Qoraydah) – die (de bondgenoten) ondersteunden (door hun verbond met Mohammed te verbreken) – heeft Allah uit hun (beveiligde) forten door de (knieën) doen gaan. (Bovendien) vulde Hij hun harten met angst (waarna) jullie een deel (van de verraders) ter dood brachten (om een voorbeeld te stellen), en een ander deel gevangennamen.