Surah الأَحۡزَابِ (Al-Faatiha) - Ayah 61

Periode: Medinees

33:61

مَّلْعُونِينَ ۖ أَيْنَمَا ثُقِفُوا أُخِذُوا وَقُتِّلُوا تَقْتِيلًا

Vervloek zijn deze mensen waar zij ook gevonden worden, zij zullen gegrepen worden en gedood worden.