33:7
وَإِذْ أَخَذْنَا مِنَ النَّبِيِّينَ مِيثَاقَهُمْ وَمِنكَ وَمِن نُّوحٍ وَإِبْرَاهِيمَ وَمُوسَىٰ وَعِيسَى ابْنِ مَرْيَمَ ۖ وَأَخَذْنَا مِنْهُم مِّيثَاقًا غَلِيظًاEn (gedenk) toen Wij van de Profeten hun verbond afnamen en van jou, en van Noah, Ibraahiem, Moesa en Isa de zoon van Maryam. Wij namen van hen een sterk verbond af.