Surah سَبَإٍ (Al-Faatiha) - Ayah 10

Periode: Mekkaans

34:10

وَلَقَدْ آتَيْنَا دَاوُودَ مِنَّا فَضْلًا ۖ يَا جِبَالُ أَوِّبِي مَعَهُ وَالطَّيْرَ ۖ وَأَلَنَّا لَهُ الْحَدِيدَ

En voorwaar Wij gaven van Ons een gunst aan Dawoed (zeggende): “O jullie bergen en vogels Verheerlijk (Allah) samen met hem". En Wij maakten het ijzer voor hem zacht.”