Surah سَبَإٍ (Al-Faatiha) - Ayah 21

Periode: Mekkaans

34:21

وَمَا كَانَ لَهُ عَلَيْهِم مِّن سُلْطَانٍ إِلَّا لِنَعْلَمَ مَن يُؤْمِنُ بِالْآخِرَةِ مِمَّنْ هُوَ مِنْهَا فِي شَكٍّ ۗ وَرَبُّكَ عَلَىٰ كُلِّ شَيْءٍ حَفِيظٌ

En hij (Iblies) had geen gezag noch autoriteit over hen – behalve dat Wij hen zouden kunnen beproeven, wie van hen in het hiernamaals gelooft en wie daarover twijfelt. En jullie Heer is een Alwetende over alles.