Surah سَبَإٍ (Al-Faatiha) - Ayah 45

Periode: Mekkaans

34:45

وَكَذَّبَ الَّذِينَ مِن قَبْلِهِمْ وَمَا بَلَغُوا مِعْشَارَ مَا آتَيْنَاهُمْ فَكَذَّبُوا رُسُلِي ۖ فَكَيْفَ كَانَ نَكِيرِ

En degenen voor hen verloochenden; zij hebben nog geen tiende ontvangen van wat Wij aan hen hebben geschonken, toch verloochenen zij Mijn boodschappers, hoe vreselijk is dan Mijn afkeuring!