Surah يسٓ (Al-Faatiha) - Ayah 33

Periode: Mekkaans

36:33

وَآيَةٌ لَّهُمُ الْأَرْضُ الْمَيْتَةُ أَحْيَيْنَاهَا وَأَخْرَجْنَا مِنْهَا حَبًّا فَمِنْهُ يَأْكُلُونَ

En een teken voor hen is het dode land. Wij gaven het leven, en Wij brachten daar granen uit voort, zodat zij daarvan eten.