36:78
وَضَرَبَ لَنَا مَثَلًا وَنَسِيَ خَلْقَهُ ۖ قَالَ مَن يُحْيِي الْعِظَامَ وَهِيَ رَمِيمٌEn (hierover) gaf hij Ons een gelijkenis terwijl hij de schepping van zichzelf over het hoofd zag. (met een bot in de hand) vraagt hij: “Wie zal deze vergruisde beenderen tot leven brengen terwijl ze gerot en tot stof zijn geworden?”