Surah صٓ (Al-Faatiha) - Ayah 4

Periode: Mekkaans

38:4

وَعَجِبُوا أَن جَاءَهُم مُّنذِرٌ مِّنْهُمْ ۖ وَقَالَ الْكَافِرُونَ هَٰذَا سَاحِرٌ كَذَّابٌ

En zij (de afgodenaanbidders) vragen zich af waarom een waarschuwer uit hun midden tot hen is gekomen! En de ongelovigen zeggen: “Dit is een tovenaar, een leugenaar.