Surah الزُّمَرِ (Al-Faatiha) - Ayah 2

Periode: Mekkaans

39:2

إِنَّا أَنزَلْنَا إِلَيْكَ الْكِتَابَ بِالْحَقِّ فَاعْبُدِ اللَّهَ مُخْلِصًا لَّهُ الدِّينَ

Waarlijk, Wij hebben het Boek aan jou (o, Mohammed) in waarheid neergezonden; aanbid dus (alleen) Allah zuiver 1.

1 door het oprecht verrichten van religieuze handelingen die uitsluitend voor Allah zijn, zowel de daden van het hart of het lichaam en ken Hem in de aanbidding geen rivalen toe.