Surah الزُّمَرِ (Al-Faatiha) - Ayah 20

Periode: Mekkaans

39:20

لَٰكِنِ الَّذِينَ اتَّقَوْا رَبَّهُمْ لَهُمْ غُرَفٌ مِّن فَوْقِهَا غُرَفٌ مَّبْنِيَّةٌ تَجْرِي مِن تَحْتِهَا الْأَنْهَارُ ۖ وَعْدَ اللَّهِ ۖ لَا يُخْلِفُ اللَّهُ الْمِيعَادَ

Maar degenen die Allah vrezen en hun plichten tot hun Heer (Allah) vervullen, voor hen worden Verheven kamers gebouwd, de ene boven de ander waaronder rivieren stromen. Dat is de belofte van Allah, en Allah is niet nalatig voor Zijn belofte.