Surah الزُّمَرِ (Al-Faatiha) - Ayah 24

Periode: Mekkaans

39:24

أَفَمَن يَتَّقِي بِوَجْهِهِ سُوءَ الْعَذَابِ يَوْمَ الْقِيَامَةِ ۚ وَقِيلَ لِلظَّالِمِينَ ذُوقُوا مَا كُنتُمْ تَكْسِبُونَ

Is hij dan die op de Dag der Opstanding met zijn gezicht de vreselijke bestraffing afgaat (gelijk aan degene die vredig het paradijs binnengaat)? En er zal tegen de onrechtvaardigen gezegd worden: “Proef wat jullie verdiend hebben!”