Surah الزُّمَرِ (Al-Faatiha) - Ayah 34

Periode: Mekkaans

39:34

لَهُم مَّا يَشَاءُونَ عِندَ رَبِّهِمْ ۚ ذَٰلِكَ جَزَاءُ الْمُحْسِنِينَ

Zij zullen alles wat zij van hun Heer wensen, hebben. Dat is de beloning voor de weldoeners.