Surah الزُّمَرِ (Al-Faatiha) - Ayah 4

Periode: Mekkaans

39:4

لَّوْ أَرَادَ اللَّهُ أَن يَتَّخِذَ وَلَدًا لَّاصْطَفَىٰ مِمَّا يَخْلُقُ مَا يَشَاءُ ۚ سُبْحَانَهُ ۖ هُوَ اللَّهُ الْوَاحِدُ الْقَهَّارُ

Als Allah zich een kind wilde nemen, dan had hij zeker uit degenen die hij heeft geschapen wie hij wil gekozen. Maar Verheven is Hij (boven wat zij liegen over Allah). Hij is Allah, de Ene, de Onweerstaanbare.