Surah الزُّمَرِ (Al-Faatiha) - Ayah 41

Periode: Mekkaans

39:41

إِنَّا أَنزَلْنَا عَلَيْكَ الْكِتَابَ لِلنَّاسِ بِالْحَقِّ ۖ فَمَنِ اهْتَدَىٰ فَلِنَفْسِهِ ۖ وَمَن ضَلَّ فَإِنَّمَا يَضِلُّ عَلَيْهَا ۖ وَمَا أَنتَ عَلَيْهِم بِوَكِيلٍ

Waarlijk, Wij hebben tot jou (o, Mohammed) dit Boek voor de mensen in waarheid neergezonden. Iedereen die dus de leiding accepteert, doet dat alleen voor zichzelf, en iedereen die dwaalt, dwaalt alleen voor zijn (eigen) verlies. En jij bent geen voogd voor hen.