Surah الزُّمَرِ (Al-Faatiha) - Ayah 46

Periode: Mekkaans

39:46

قُلِ اللَّهُمَّ فَاطِرَ السَّمَاوَاتِ وَالْأَرْضِ عَالِمَ الْغَيْبِ وَالشَّهَادَةِ أَنتَ تَحْكُمُ بَيْنَ عِبَادِكَ فِي مَا كَانُوا فِيهِ يَخْتَلِفُونَ

Zeg: “O Allah! Schepper van de hemelen en de aarde. Alwetende van de het onwaarneembare en het waarneembare, U zult over de zaken waarover Uw dienaren van mening verschilden, oordelen.”