Surah النِّسَاءِ (Al-Faatiha) - Ayah 159

Periode: Medinees

4:159

وَإِن مِّنْ أَهْلِ الْكِتَابِ إِلَّا لَيُؤْمِنَنَّ بِهِ قَبْلَ مَوْتِهِ ۖ وَيَوْمَ الْقِيَامَةِ يَكُونُ عَلَيْهِمْ شَهِيدًا

En er is geen van de mensen van het Boek, behalve die in hem geloven als slechts een boodschapper van Allah en een mens voor zijn dood. En op de dag der opstanding zal hij tegen hen getuigen.