Surah النِّسَاءِ (Al-Faatiha) - Ayah 65

Periode: Medinees

4:65

فَلَا وَرَبِّكَ لَا يُؤْمِنُونَ حَتَّىٰ يُحَكِّمُوكَ فِيمَا شَجَرَ بَيْنَهُمْ ثُمَّ لَا يَجِدُوا فِي أَنفُسِهِمْ حَرَجًا مِّمَّا قَضَيْتَ وَيُسَلِّمُوا تَسْلِيمًا

Maar nee, bij jullie Heer, zij kunnen geen geloof hebben tot zij jou voor al hun geschillen tot hun rechter maken en bij zichzelf geen weerstand voelen in jouw beslissingen en (die) volledig accepteren.