Surah النِّسَاءِ (Al-Faatiha) - Ayah 96

Periode: Medinees

4:96

دَرَجَاتٍ مِّنْهُ وَمَغْفِرَةً وَرَحْمَةً ۚ وَكَانَ اللَّهُ غَفُورًا رَّحِيمًا

(Waardige verblijfplaatsen) van Hem volgens niveau, alsook vergeving en genade. En Allah is de Vaak-Vergevende (voor Zijn helpers), de Genadevolle (voor de gehoorzamen).