Surah غَافِرٍ (Al-Faatiha) - Ayah 11

Periode: Mekkaans

40:11

قَالُوا رَبَّنَا أَمَتَّنَا اثْنَتَيْنِ وَأَحْيَيْتَنَا اثْنَتَيْنِ فَاعْتَرَفْنَا بِذُنُوبِنَا فَهَلْ إِلَىٰ خُرُوجٍ مِّن سَبِيلٍ

Zij (de ongelovigen) zullen zeggen: “Onze Heer! U hebt ons tweemaal laten sterven, en U hebt ons tweemaal het leven gegeven! Nu bekennen wij onze zonden, is er dan een manier om uit (het vuur) te komen?”