Surah غَافِرٍ (Al-Faatiha) - Ayah 34

Periode: Mekkaans

40:34

وَلَقَدْ جَاءَكُمْ يُوسُفُ مِن قَبْلُ بِالْبَيِّنَاتِ فَمَا زِلْتُمْ فِي شَكٍّ مِّمَّا جَاءَكُم بِهِ ۖ حَتَّىٰ إِذَا هَلَكَ قُلْتُمْ لَن يَبْعَثَ اللَّهُ مِن بَعْدِهِ رَسُولًا ۚ كَذَٰلِكَ يُضِلُّ اللَّهُ مَنْ هُوَ مُسْرِفٌ مُّرْتَابٌ

En voorwaar, Yoesoef is tot jullie gekomen, in een tijd die voorbij is, met duidelijke tekenen, maar jullie stopten niet te twijfelen over de zaken die hij jullie bracht, tot zijn overlijden zeiden jullie: “Geen boodschapper zal Allah na hem sturen. En zo Allah laat degene die buitensporig en twijfelend zijn dwalen.”