Surah فُصِّلَتۡ (Al-Faatiha) - Ayah 46

Periode: Mekkaans

41:46

مَّنْ عَمِلَ صَالِحًا فَلِنَفْسِهِ ۖ وَمَنْ أَسَاءَ فَعَلَيْهَا ۗ وَمَا رَبُّكَ بِظَلَّامٍ لِّلْعَبِيدِ

Iedereen die goede daden verricht doet dit ten nutte van zichzelf en iedereen die kwaad doet schaadt zichzelf en jullie Heer is niet onrechtvaardig voor (Zijn) dienaren.