Surah الزُّخۡرُفِ (Al-Faatiha) - Ayah 17

Periode: Mekkaans

43:17

وَإِذَا بُشِّرَ أَحَدُهُم بِمَا ضَرَبَ لِلرَّحْمَٰنِ مَثَلًا ظَلَّ وَجْهُهُ مُسْوَدًّا وَهُوَ كَظِيمٌ

En als één van hen het nieuws hoort (de geboorte van een meisje) van wat zij aan de Barmhartigste toeschrijven wordt zijn gezicht donker en hij is vervuld met droefheid!