Surah الزُّخۡرُفِ (Al-Faatiha) - Ayah 28

Periode: Mekkaans

43:28

وَجَعَلَهَا كَلِمَةً بَاقِيَةً فِي عَقِبِهِ لَعَلَّهُمْ يَرْجِعُونَ

En hij liet het een woord onder zijn nageslacht zijn dat altijd duurde, dat zij terug kunnen keren.