Surah الزُّخۡرُفِ (Al-Faatiha) - Ayah 71

Periode: Mekkaans

43:71

يُطَافُ عَلَيْهِم بِصِحَافٍ مِّن ذَهَبٍ وَأَكْوَابٍ ۖ وَفِيهَا مَا تَشْتَهِيهِ الْأَنفُسُ وَتَلَذُّ الْأَعْيُنُ ۖ وَأَنتُمْ فِيهَا خَالِدُونَ

Gouden dienbladen en bekers zullen onder hen rondgaan, daarin (het paradijs) zal alles wat hun harten konden wensen (zijn), alles waar de ogen zich in kunnen verheugen, en jullie zullen daarin voor altijd verblijven.