Surah الجَاثِيَةِ (Al-Faatiha) - Ayah 17

Periode: Mekkaans

45:17

وَآتَيْنَاهُم بَيِّنَاتٍ مِّنَ الْأَمْرِ ۖ فَمَا اخْتَلَفُوا إِلَّا مِن بَعْدِ مَا جَاءَهُمُ الْعِلْمُ بَغْيًا بَيْنَهُمْ ۚ إِنَّ رَبَّكَ يَقْضِي بَيْنَهُمْ يَوْمَ الْقِيَامَةِ فِيمَا كَانُوا فِيهِ يَخْتَلِفُونَ

En gaven hen duidelijke bewijzen in zaken. En zij verschilden niet van mening tot de kennis tot hen gekomen was, door jaloezie onder hen. Waarlijk, Jullie Heer zal over hen oordelen op de Dag der Opstanding over datgene waarover zij van mening verschilden.