Surah الجَاثِيَةِ (Al-Faatiha) - Ayah 19

Periode: Mekkaans

45:19

إِنَّهُمْ لَن يُغْنُوا عَنكَ مِنَ اللَّهِ شَيْئًا ۚ وَإِنَّ الظَّالِمِينَ بَعْضُهُمْ أَوْلِيَاءُ بَعْضٍ ۖ وَاللَّهُ وَلِيُّ الْمُتَّقِينَ

Waarlijk, (als jij je afkeert van de waarheid) dan is er niets waarmee zij jou tegen Allah (Zijn bestraffing) kunnen beschermen. Waarlijk, de onrechtvaardigen zijn de helpers voor elkaar, en Allah is de helper van de godvrezenden.