Surah الأَحۡقَافِ (Al-Faatiha) - Ayah 11

Periode: Mekkaans

46:11

وَقَالَ الَّذِينَ كَفَرُوا لِلَّذِينَ آمَنُوا لَوْ كَانَ خَيْرًا مَّا سَبَقُونَا إِلَيْهِ ۚ وَإِذْ لَمْ يَهْتَدُوا بِهِ فَسَيَقُولُونَ هَٰذَا إِفْكٌ قَدِيمٌ

En degenen die ongelovig zijn zeggen tegen degenen die geloven: “Als het (de Koran) iets goeds geweest was, zouden zij ons hierin niet zijn voorgegaan! En omdat zij zich daardoor niet hebben laten leiden zullen zij zeggen: “Dit is slechts een oude leugen!”