Surah الأَحۡقَافِ (Al-Faatiha) - Ayah 14

Periode: Mekkaans

46:14

أُولَٰئِكَ أَصْحَابُ الْجَنَّةِ خَالِدِينَ فِيهَا جَزَاءً بِمَا كَانُوا يَعْمَلُونَ

Dat zullen de bewoners van het paradijs zijn, daarin (altijd) verblijvend, - een beloning voor wat zij gedaan hebben.