Surah الأَحۡقَافِ (Al-Faatiha) - Ayah 32

Periode: Mekkaans

46:32

وَمَن لَّا يُجِبْ دَاعِيَ اللَّهِ فَلَيْسَ بِمُعْجِزٍ فِي الْأَرْضِ وَلَيْسَ لَهُ مِن دُونِهِ أَوْلِيَاءُ ۚ أُولَٰئِكَ فِي ضَلَالٍ مُّبِينٍ

(Maar) zij die geen gehoor geven aan Allah's oproep, zullen niet in staat zijn om op aarde (of elders aan Hem) te ontsnappen, noch zullen er (buiten Hem) awliyaa` (helpers, beschermers) zijn (tegen Allah's bestraffing). Dat zijn degenen die in een duidelijke dwaling verkeren.”