Surah مُحَمَّدٍ (Al-Faatiha) - Ayah 16

Periode: Medinees

47:16

وَمِنْهُم مَّن يَسْتَمِعُ إِلَيْكَ حَتَّىٰ إِذَا خَرَجُوا مِنْ عِندِكَ قَالُوا لِلَّذِينَ أُوتُوا الْعِلْمَ مَاذَا قَالَ آنِفًا ۚ أُولَٰئِكَ الَّذِينَ طَبَعَ اللَّهُ عَلَىٰ قُلُوبِهِمْ وَاتَّبَعُوا أَهْوَاءَهُمْ

En onder hen (de huichelaars) zijn er enigen die naar jou (o, Mohammed) luisteren tot wanneer zij van jou weggaan zij tegen degenen die kennis hebben gekregen, zeggen: “Wat heeft hij nu net gezegd?” Zo zijn de mensen wiens harten Allah verzegeld heeft en zij volgen hun lusten.