Surah الفَتۡحِ (Al-Faatiha) - Ayah 18

Periode: Medinees

48:18

لَّقَدْ رَضِيَ اللَّهُ عَنِ الْمُؤْمِنِينَ إِذْ يُبَايِعُونَكَ تَحْتَ الشَّجَرَةِ فَعَلِمَ مَا فِي قُلُوبِهِمْ فَأَنزَلَ السَّكِينَةَ عَلَيْهِمْ وَأَثَابَهُمْ فَتْحًا قَرِيبًا

Voorwaar, Allah is tevreden met de gelovigen toen zij hun gelofte aan jou onder de boom aflegden (dat waren ongeveer tienduizend metgezellen). En Allah wist wat in hun harten was (en vanwege hun oprechtheid) deed Hij (innerlijke) rust en kalmte op hen neerdalen (dat hebben wij ook hard nodig dus laten we ons daarom stevig vast houden aan de Islam). En Hij beloofde hen met een nabije overwinning.