5:63
لَوْلَا يَنْهَاهُمُ الرَّبَّانِيُّونَ وَالْأَحْبَارُ عَن قَوْلِهِمُ الْإِثْمَ وَأَكْلِهِمُ السُّحْتَ ۚ لَبِئْسَ مَا كَانُوا يَصْنَعُونَWaarom verbieden de rabbijnen en de theologen hen niet zondige woorden te uiten en het eten van illegale zaken. Kwaad is het wat zij hebben vertoond.