Surah المَائـِدَةِ (Al-Faatiha) - Ayah 82

Periode: Medinees

5:82

لَتَجِدَنَّ أَشَدَّ النَّاسِ عَدَاوَةً لِّلَّذِينَ آمَنُوا الْيَهُودَ وَالَّذِينَ أَشْرَكُوا ۖ وَلَتَجِدَنَّ أَقْرَبَهُم مَّوَدَّةً لِّلَّذِينَ آمَنُوا الَّذِينَ قَالُوا إِنَّا نَصَارَىٰ ۚ ذَٰلِكَ بِأَنَّ مِنْهُمْ قِسِّيسِينَ وَرُهْبَانًا وَأَنَّهُمْ لَا يَسْتَكْبِرُونَ

Waarlijk, je vindt de sterkste onder de mensen vijandig tegen de gelovigen, de joden en de heidenen en jullie vinden de dichtstbijzijnde in liefde voor de gelovigen onder degenen die zeggen: “Wij zijn christenen.” Dit is omdat onder hen priesters en monniken zijn en zij zijn niet hoogmoedig.