Surah قٓ (Al-Faatiha) - Ayah 12

Periode: Mekkaans

50:12

كَذَّبَتْ قَبْلَهُمْ قَوْمُ نُوحٍ وَأَصْحَابُ الرَّسِّ وَثَمُودُ

(niet alleen Qoeraysh verloochende hun profeet maar) ook vóór hen, het volk van Noah, en de bewoners van Rass en de Thamoed.