Surah الطُّورِ (Al-Faatiha) - Ayah 21

Periode: Mekkaans

52:21

وَالَّذِينَ آمَنُوا وَاتَّبَعَتْهُمْ ذُرِّيَّتُهُم بِإِيمَانٍ أَلْحَقْنَا بِهِمْ ذُرِّيَّتَهُمْ وَمَا أَلَتْنَاهُم مِّنْ عَمَلِهِم مِّن شَيْءٍ ۚ كُلُّ امْرِئٍ بِمَا كَسَبَ رَهِينٌ

En degenen die geloven en wiens nageslacht hen in het geloof volgen, - Wij zullen hen met hun nageslacht verenigen, en Wij zullen de beloning voor hun daden met niets verminderen. Ieder persoon staat gerant voor wat hij verdiend heeft.