Surah الطُّورِ (Al-Faatiha) - Ayah 41

Periode: Mekkaans

52:41

أَمْ عِندَهُمُ الْغَيْبُ فَهُمْ يَكْتُبُونَ

Of hebben zij kennis van het onzichtbare, zodat zij het kunnen opschrijven?