Surah النَّجۡمِ (Al-Faatiha) - Ayah 31

Periode: Mekkaans

53:31

وَلِلَّهِ مَا فِي السَّمَاوَاتِ وَمَا فِي الْأَرْضِ لِيَجْزِيَ الَّذِينَ أَسَاءُوا بِمَا عَمِلُوا وَيَجْزِيَ الَّذِينَ أَحْسَنُوا بِالْحُسْنَى

Aan Allah behoort alles wat in de hemelen is en wat op aarde is, dat Hij de zondaren mogen vergelden voor wat zij gedaan hebben en degenen belonen die het goede gedaan hebben, met wat het beste is.