Surah الرَّحۡمَٰن (Al-Faatiha) - Ayah 56

Periode: Medinees

55:56

فِيهِنَّ قَاصِرَاتُ الطَّرْفِ لَمْ يَطْمِثْهُنَّ إِنسٌ قَبْلَهُمْ وَلَا جَانٌّ

In beiden zijn er (de vrouwen van het paradijs) die hun blikken alleen voor hun echtgenoten bewaren, waarvan geen mens of geen djinn hen heeft aangeraakt.