Surah المُجَادلَةِ (Al-Faatiha) - Ayah 10

Periode: Medinees

58:10

إِنَّمَا النَّجْوَىٰ مِنَ الشَّيْطَانِ لِيَحْزُنَ الَّذِينَ آمَنُوا وَلَيْسَ بِضَارِّهِمْ شَيْئًا إِلَّا بِإِذْنِ اللَّهِ ۚ وَعَلَى اللَّهِ فَلْيَتَوَكَّلِ الْمُؤْمِنُونَ

Het voeren van slechte geheimelijke gesprekken is (onderdeel) van sjaitaan (zijn misleiding) om bij de gelovigen verdriet te veroorzaken. Maar hij kan hen niet in het minst kwetsen, behalve als Allah het toestaat (met Zijn wijsheid) en in Allah leggen de gelovigen hun vertrouwen.