Surah المُجَادلَةِ (Al-Faatiha) - Ayah 17

Periode: Medinees

58:17

لَّن تُغْنِيَ عَنْهُمْ أَمْوَالُهُمْ وَلَا أَوْلَادُهُم مِّنَ اللَّهِ شَيْئًا ۚ أُولَٰئِكَ أَصْحَابُ النَّارِ ۖ هُمْ فِيهَا خَالِدُونَ

Hun kinderen en hun welvaart zullen hen niet van nut zijn tegen Allah. Zij zullen de bewoners van het vuur zijn, om daarin voor altijd te verblijven.