Surah الأَنۡعَامِ (Al-Faatiha) - Ayah 14

Periode: Mekkaans

6:14

قُلْ أَغَيْرَ اللَّهِ أَتَّخِذُ وَلِيًّا فَاطِرِ السَّمَاوَاتِ وَالْأَرْضِ وَهُوَ يُطْعِمُ وَلَا يُطْعَمُ ۗ قُلْ إِنِّي أُمِرْتُ أَنْ أَكُونَ أَوَّلَ مَنْ أَسْلَمَ ۖ وَلَا تَكُونَنَّ مِنَ الْمُشْرِكِينَ

Zeg: “Zal ik als beschermer een ander dan Allah, de Stichter van de hemelen en de aarde, nemen? En Hij is het Die voedt maar niet gevoed wordt.” Zeg: “Waarlijk, ik ben bevolen de eerste te zijn die zich onderwerpt van degenen die zich aan Allah onderwerpen.” En jij, wees niet degene behorend tot de afgodenaanbidders.