Surah الأَنۡعَامِ (Al-Faatiha) - Ayah 143

Periode: Mekkaans

6:143

ثَمَانِيَةَ أَزْوَاجٍ ۖ مِّنَ الضَّأْنِ اثْنَيْنِ وَمِنَ الْمَعْزِ اثْنَيْنِ ۗ قُلْ آلذَّكَرَيْنِ حَرَّمَ أَمِ الْأُنثَيَيْنِ أَمَّا اشْتَمَلَتْ عَلَيْهِ أَرْحَامُ الْأُنثَيَيْنِ ۖ نَبِّئُونِي بِعِلْمٍ إِن كُنتُمْ صَادِقِينَ

Acht paren; van schapen twee en van de geiten twee. Zeg: “Heeft Hij de twee mannelijke of de twee vrouwelijke of die in de baarmoeder van de twee vrouwelijke zitten, verboden? Informeer mij met kennis als jullie waarachtig zijn.”