Surah الأَنۡعَامِ (Al-Faatiha) - Ayah 4

Periode: Mekkaans

6:4

وَمَا تَأْتِيهِم مِّنْ آيَةٍ مِّنْ آيَاتِ رَبِّهِمْ إِلَّا كَانُوا عَنْهَا مُعْرِضِينَ

En nooit is een teken tot hen gekomen van de tekenen van hun Heer, of zij hebben zich daarvan afgewend.