Surah الأَنۡعَامِ (Al-Faatiha) - Ayah 51

Periode: Mekkaans

6:51

وَأَنذِرْ بِهِ الَّذِينَ يَخَافُونَ أَن يُحْشَرُوا إِلَىٰ رَبِّهِمْ ۙ لَيْسَ لَهُم مِّن دُونِهِ وَلِيٌّ وَلَا شَفِيعٌ لَّعَلَّهُمْ يَتَّقُونَ

En waarschuw daarmee degenen die vrezen dat zij voor hun Heer verzameld zullen worden, als er geen beschermer noch bemiddelaar voor hen naar Hem zal zijn, wellicht dat zij Allah gaan vrezen (en zich aan hun verplichting tot Hem houden).