Surah الأَنۡعَامِ (Al-Faatiha) - Ayah 68

Periode: Mekkaans

6:68

وَإِذَا رَأَيْتَ الَّذِينَ يَخُوضُونَ فِي آيَاتِنَا فَأَعْرِضْ عَنْهُمْ حَتَّىٰ يَخُوضُوا فِي حَدِيثٍ غَيْرِهِ ۚ وَإِمَّا يُنسِيَنَّكَ الشَّيْطَانُ فَلَا تَقْعُدْ بَعْدَ الذِّكْرَىٰ مَعَ الْقَوْمِ الظَّالِمِينَ

En als jij merkt dat zij Onze verzen bespotten, keer je dan van hen af (door niet bij hen te blijven zitten) totdat zij een ander onderwerp aansnijden. En als sjaitaan jou het doet vergeten maar daarna de gedachtenis hieraan jou te binnen schiet: blijf dan niet in het gezelschap van de ‘daalimoen’ (nl. de polytheïsten en onrechtplegers).