Surah الأَنۡعَامِ (Al-Faatiha) - Ayah 96

Periode: Mekkaans

6:96

فَالِقُ الْإِصْبَاحِ وَجَعَلَ اللَّيْلَ سَكَنًا وَالشَّمْسَ وَالْقَمَرَ حُسْبَانًا ۚ ذَٰلِكَ تَقْدِيرُ الْعَزِيزِ الْعَلِيمِ

Hij laat de dag aanbreken. En Hij heeft de nacht als rust aangewezen en de zon en de maan voor de berekening ingesteld. Zo is de bepaling van de Almachtige, de Alwetende.