Surah التَّغَابُنِ (Al-Faatiha) - Ayah 6

Periode: Medinees

64:6

ذَٰلِكَ بِأَنَّهُ كَانَت تَّأْتِيهِمْ رُسُلُهُم بِالْبَيِّنَاتِ فَقَالُوا أَبَشَرٌ يَهْدُونَنَا فَكَفَرُوا وَتَوَلَّوا ۚ وَّاسْتَغْنَى اللَّهُ ۚ وَاللَّهُ غَنِيٌّ حَمِيدٌ

Dat was omdat tot hen hun boodschappers met duidelijk bewijs waren gekomen maar zij zeiden: “Zullen slechts mensen ons leiden?” Dus waren zij ongelovig en keerden zich af, en Allah had (hen) niet nodig. En Allah is rijk. De meest prijzenswaardige.