Surah الطَّلَاقِ (Al-Faatiha) - Ayah 7

Periode: Medinees

65:7

لِيُنفِقْ ذُو سَعَةٍ مِّن سَعَتِهِ ۖ وَمَن قُدِرَ عَلَيْهِ رِزْقُهُ فَلْيُنفِقْ مِمَّا آتَاهُ اللَّهُ ۚ لَا يُكَلِّفُ اللَّهُ نَفْسًا إِلَّا مَا آتَاهَا ۚ سَيَجْعَلُ اللَّهُ بَعْدَ عُسْرٍ يُسْرًا

Laat de rijke volgens zijn middelen uitgeven en de man wiens bronnen beperkt zijn volgens dat wat Allah hem gegeven heeft uitgeven. Allah legt geen last aan iemand op boven wat Hij hem gegeven heeft. (Voor hen die op Allah vertrouwen) zal Allah na (elke) moeilijkheid gemak brengen (na elke ergernis verlichting, na armoede rijkdom en na elke beproevende ziekte gezondheid).