Surah القَلَمِ (Al-Faatiha) - Ayah 14

Periode: Mekkaans

68:14

أَن كَانَ ذَا مَالٍ وَبَنِينَ

Omdat hij weelde en kinderen had 1.

1 Maar die gunsten brachten hem niet dichter tot Allah waardoor het een fitnah voor hem werd.